In het Dordrechts Museum werden we opnieuw overladen met schoonheid: talentvolle kunstenaars, die met hun materialen een verhaal vertelden. We leerden dat er gemiddeld 17 seconden naar een schilderij wordt gekeken; hoe langer we keken, hoe meer we zagen. Die 17 seconden werden minuten en zo begonnen de schilderijen bijna te leven. We waanden ons even in de wereld van vogels, apen, marktkoopmannen, muzikanten en baronessen.

 

 

 

In de bus terug naar huis scheen de zon door de ramen. Er werd gekletst, gelachen, genoten van de vrije middag en moe maar voldaan naar buiten gekeken.

 

‘Wat hebben we het goed!’ dacht ik. En ik weet zeker dat ik gelijk heb.